Het wezen van de business-driven campus

Plato en Pythagoras zitten in de kroeg. Plato praat over de grotvergelijking, over de 7 dimensies van kennis en over de manier waarop een staat moet worden bestuurd. Nogal abstract dus. Pythagoras scheurt een vierkant bierviltje schuin af, kijkt even aandachtig en zegt: A2 + B2 = C2. Beiden zijn reuzen uit de Griekse oudheid, hun denkwerk leeft voort in de filosofie, wiskunde, natuurkunde en psychologie. Plato vertegenwoordigt de theoretische wetenschap, Pythagoras vertrekt vanuit de praktijk. Is Pythagoras beter dan Plato? Welnee, we hebben ze allebei nodig.

Twee soorten campussen

In lijn met deze twee filosofen maken we grofweg onderscheid tussen de campus waar de nieuwsgierigheid van de onderzoeker centraal staat en de campus waar de vraag en de praktijkervaringen van het bedrijfsleven centraal staan, in combinatie met de professie. De eerste campus is direct gekoppeld aan de klassieke vorm van kennisvalorisatie: kennis – kunde – kassa. Hier gaat het om het doen van vaak fundamenteel onderzoek door topwetenschappers van universiteiten en R&D-afdelingen van veelal multinationals. De uitkomsten zoeken via open innovatie, patenten en start ups hun weg naar de business.

 

Bedrijfsleven centraal

In de business-driven campus daarentegen staan het bedrijfsleven en de professie centraal. Daarbij draait het niet alleen om de vraag naar meer personeel, maar vooral om de vraag naar beter opgeleide medewerkers en de behoefte om de toegang tot kennis te verbeteren. Zo kunnen bedrijven hun innovatiekracht blijvend versterken. In een eerder onderzoek noemden we dit de ‘omgekeerde route’ : kassa – kunde – kennis. De karakteristieken van dit type campus zijn:

 

  • vooral focus op toegepast en praktisch onderzoek, op basis van een actuele vraag uit het bedrijfsleven;
  • meer aandacht voor onderwijs(ontwikkeling) in combinatie met toegepast en praktisch onderzoek;
  • initiatief meer op het niveau van mkb in plaats van multinationals;
  • een duidelijke articulatie van de businessvraag, vaak in combinatie met de fysieke aanwezig-heid van het bedrijfsleven;
  • een grote rol voor hbo en mbo;
  • focus op startups als (door)ontwikkeling van businessideeën in plaats van testen van nieuwe vindingen of patenten; 
  • gecombineerde aandacht voor arbeidsmarktvraagstukken (human capital) én innovatie bij bedrijven;
  • aanpak gekoppeld aan een specifieke economische sector (bijvoorbeeld IT, techniek, glastuinbouw, maritieme techniek);
  • een fysieke plek zoals World Horti Center, Food Innovation Academy, Duurzaamheidsfabriek, RDM-campus en Dutch Innovation Factory, met state-of-the-art onderzoeksfaciliteiten;
  • vernieuwende onderwijsvormen zoals werkend-leren lerend-werken, meester-gezel-trajecten en hybride onderwijs.

Deze twee campusvormen zijn te groeperen aan de hand van verschillende assen:

  • x. toegepast en/of fundamenteel onderzoek
  • y. onderwijs en/of onderzoek
  • z. mkb en/of grootbedrijf



Verschillende focus

De scores van een business-driven campus laten zich raden: focus op onderwijs in combinatie met toegepast onderzoek voor met name mkb-bedrijven. Ook de scores van de researchcampus zijn duidelijk. Hier ligt het zwaartepunt meer in het fundamenteel onderzoek, zoals rondom bioscience en quantumcomputing. Ook weegt de onderzoekscomponent vaak zwaarder dan het onderwijs. Terecht of niet, status krijg jein de universitaire wereld vooral door onderzoek en publicaties. Tot slot vinden universiteiten vaak aansluiting bij de R&D-afdelingen van multinationals en andere zeer grote bedrijven. Niet voor niets trekken bedrijven als Unilever en Friesland Campina naar de campus van Wageningen Universiteit. Friesland Campina werkt daarbij ook samen met campussen als de Food Innovation Academy. 

 

Zie voor deze scores ook de figuur op deze pagina. Een kanttekening: de positie van een campus in dit model houdt geen waardeoordeel in. Het gaat om ideaaltypische categorieën – in werkelijkheid past geen enkele campus 100% in de ene of andere categorie.

Deze blog is onderdeel van ons jubileumboekje.